Château Desmirail

Château Desmirail heeft een bijzonder verhaal. Ondanks dat het een 3e Cru Classé is, is het lang niet zo bekend als zijn buurman, Château Palmer. Dat komt omdat de merknaam en de wijngaarden lange tijd eigendom waren van Château Palmer. De druiven verdwenen in de wijn van Palmer met uitzondering van 1963, toen Palmer besloot geen Grand Vin te produceren en alleen een tweede wijn uit te brengen onder de naam Château Desmirail.

In 1981 is er verandering in gekomen dankzij de familie Lurton, een befaamde wijnfamilie uit Bordeaux. In dat jaar bracht Château Desmirail zijn eerste vintage uit onder eigen naam én de Grand Cru Classé vermelding.

De wijngaarden, ongeveer 40 hectare, zijn aangeplant met Cabernet Sauvignon (70%), Merlot (29%) en Petit Verdot (1%).

Château Desmirail werkt op een duurzame manier, wat betekent dat chemische bestrijdingsmiddelen tot een minimum beperkt worden. De behandelingen zijn aangepast per perceel, druivenras en weersomstandigheden. De bodem bestaat uit kiezels, kenmerkend voor de Médoc en een verklaring van de uitstekende kwaliteit van de wijnen van Margaux. De kiezels zijn in staat warmte op te slaan, wat de aanmaak van suikers door de wijnstok stimuleert en de kans op vorst verkleint. Daarnaast heeft een kiezelbodem een goede drainage, wat een handige eigenschap is in het onvoorspelbare, soms natte, klimaat van Bordeaux.