Stilistische volwassenheid in Bordeaux
Bordeaux heeft zichzelf meermaals opnieuw uitgevonden en vernieuwd, gedreven door een voortdurende zoektocht naar nog hogere kwaliteit. Door nieuwe technieken en methodes veranderde de stijl van wijnen mee. De wijnen die tegenwoordig gemaakt worden hebben een perfect stilistisch evenwicht gevonden.
- Twee topjaren in een decennium: de eerste helft van de 20e eeuw
- Wakker geschud door consultant Emile Peynaud
- 1982: Michel Rolland en Robert Parker
- De ‘garagiste’-beweging
- De erfenis van Parker, Rolland en de ‘garagistes’
- Bordeaux anno nu: in perfect evenwicht
Foto: een rijping in eikenhouten vaten is en zal onlosmakelijk verbonden blijven met de wijnen van Bordeaux. © Château Langoa Barton / Jacques Péré Studio Furax
Twee topjaren in een decennium: de eerste helft van de 20e eeuw
Met geluk konden wijnboeren in Bordeaux halverwege de 20e eeuw rekenen op twee, soms drie, uitstekende oogstjaren in een decennium. De resterende oogstjaren waren gemiddeld of soms zelfs desastreus. In moeilijke jaren lukte het niet goed om de druiven rijp te krijgen. Het resultaat was dan een wijn met groene, vegetale tonen. In die tijd was het ook zeer gangbaar geworden om wijngaarden in ruime hoeveelheden te besproeien met de chemicaliën die hun intrede hadden gemaakt aan het begin van de 20e eeuw. Bovendien was de economische situatie na twee wereldoorlogen weinig florissant: veel wijnhuizen hadden minder geld en consumenten kochten minder. Menig château had het moeilijk en keuzes werden niet altijd in het belang van de kwaliteit van de wijn gemaakt. De keuze viel soms op het redden van een oogst of op extra productie.
Wakker geschud door consultant Emile Peynaud
Vanaf de jaren ’50 en ’60 worden grote stappen gemaakt. Professor Emile Peynaud van de Universiteit van Bordeaux heeft in die tijd een onuitwisbare invloed op de wijnbouw in Bordeaux. Peynaud wees de Bordelais erop dat de wijnbouw- en vinificatiemethoden verwaterde wijnen opleverden. Hij adviseerde om rijper fruit te plukken met zachtere tannine. Ook adviseerde hij om oude vaten, vaak bronnen van bacteriën, weg te doen en te vervangen door nieuwere vaten. Zijn belangrijkste advies was selectiever te werk te gaan en alleen de beste druiven uit de oogst te gebruiken voor de Grand Vin. Na een aanvankelijk tegenstribbelen volgden veel wijnboeren snel het advies van Peyraud op. De wijnen uit Bordeaux werden beduidend schoner, fruitiger en soepeler.
1982: Michel Rolland en Robert Parker
Na het werk van Emile Peynaud beweegt Bordeaux zich in een opwaartse spiraal. Er is bovendien veel aandacht voor de technische kant van wijn maken. Nieuwe oenologen verschijnen ten tonele. In 1973 opent oenoloog Michel Rolland (die ooit studeerde onder Peynaud) zijn oenologielaboratium in Bordeaux. Rolland blijkt een verreikende invloed te hebben en wordt al snel ingehuurd door châteaux als Troplong Mondot, Angélus en Beau-Séjour Bécot. Rollands belangrijkste advies is het plukken op volledige rijpheid, iets wat doorgaans als gevaarlijk werd gezien vanwege het risico op neerslag in de herfst. Daarnaast vinifieert hij direct vanaf het begin in houten vaten. De stijl van zijn wijnen kan omschreven worden als rijp en geconcentreerd, met lagere zuren en een soepele tanninestructuur.
In 1982 maakt Bordeaux een heet oogstjaar mee. De wijnen zijn rijp en genereus met hogere alcoholpercentages. Wijnschrijver Robert Parker van The Wine Advocate noemt 1982 een groot succes. Hoewel sommige wijncritici het niet met hem eens zijn trekt Parker aan het langste eind. Het wijnkopend publiek vindt de rijpe stijl wijnen namelijk geweldig. De invloed van Parker is de volgende twee decennia van grote invloed. Wijnen in een rijpe stijl krijgen geregeld hoge scores van Parker, waaronder ook veel wijnen die door Rollands advies zijn gevormd. Wijnhuizen met hoge scores van Parker zien hun verkopen stijgen. Veel châteaux in Bordeaux (en de rest van de wereld) nodigen dan ook Michel Rolland uit of veranderen hun werkwijze.
De ‘garagiste’-beweging
In de jaren ’90 ontstaat de ‘garagiste’-beweging. De ‘garagiste’-beweging lijkt stilistisch een voortzetting van de wijnstijl die Rolland hanteert, maar onderscheidt zich doordat het gaat om kleine wijnhuizen die – soms vrijwel vanuit het niets – een wijnproductie opzetten. Deze kleine producenten, waaronder Château Valandraud in Saint-Émilion, zetten zich af tegen de traditionele, strengere stijl van Bordeaux. Met zeer lage oogstopbrengsten, plukken op perfecte rijpheid en veel nieuw eikenhout creëren ze een zeer geconcentreerde stijl wijnen en maken ze internationaal veel furore. De wijnen worden vrijwel direct hoog beoordeeld door Robert Parker.
De erfenis van Parker, Rolland en de ‘garagistes’
Traditionalisten stelden voortdurend twijfels aan de hoge alcoholpercentages, de grote hoeveelheid hout en de lagere zuren die de wijnen van de ‘garagistes’ en Michel Rolland kenmerken en door Robert Parker hoog werden beoordeeld. Toch is deze periode van onmiskenbaar belang geweest voor de kwalitatieve groei van Bordeaux. De radicale veranderingen in vinificatie hebben namelijk zeer positieve effecten gehad. De algehele kwaliteit van wijnen uit Bordeaux is sterk gestegen. Wijnen in Bordeaux hebben zelden nog een groen of vegetaal karakter. Wijngaarden worden met veel meer zorg en precisie benaderd, met minder chemicaliën. Wijnhuizen selecteren streng hun druiven en hebben moderne technologie omarmd. De wijnkelders zijn zeer hygiënisch. Doordat de kwaliteitsdrempel veel hoger is komen te liggen bestaan slechte oogstjaren niet meer: een minder jaar levert vanaf nu op zijn minst gemiddelde kwaliteit op.
Robert Parker zorgde op zijn beurt voor een gigantische marktimpuls die Bordeaux goed kon gebruiken, met name op de Amerikaanse markt. Saint-Émilion, dat voorheen niet kon rekenen op de aandacht die de Médoc had, werd een belangrijke naam. Parker stelde daarnaast de geijkte 1855-classificatie van Médoc aan de kaak en zorgde er voor dat enkele onder de maat presterende wijnhuizen uit de 1855-classificatie wakker werden geschud en zich weer op kwaliteit gingen richten.
Bordeaux anno nu: in perfect evenwicht
De drastische veranderingen die Bordeaux stilistisch heeft meegemaakt komen vandaag de dag samen in een perfect evenwicht. Bordeaux bewoog tijdens de 20e eeuw van klassiek-streng naar rijp-genereus. Beiden zijn uitersten op de schaal van wijn maken in Bordeaux. De rijpe stijl is inmiddels op zijn retour. Tegelijkertijd worden er geen onrijpe, groene wijnen meer gemaakt. Wijnmakers hebben alles meegemaakt in de afgelopen decennia en hebben daar een perfect evenwicht in gevonden. Zo zijn de kwaliteitssprongen die voort zijn gekomen uit het maken van een rijpe stijl bewaard gebleven.
De vinificatie is de laatste paar jaren in veel gevallen voorzichtiger en subtieler van aard geworden. Duidelijke voorbeelden zijn Château Angélus, Beau-Séjour Bécot en Troplong Mondot. De drie huizen zijn recent stilistisch verschoven naar een verfijndere stijl die meer laat zien van het oorspronkelijke terroir. Angélus gebruikt grotere, oudere houten vaten (met name voor Cabernet Franc). Beau-Séjour Bécot plukt eerder om meer frisheid te bewaren en gebruikt groter hout en amfora. Ook Troplong Mondot plukt nu eerder, gebruikt veel minder nieuw hout en voert de malolactische vergisting uit in RVS tanks.
Foto links: Château Angélus introduceerde onlangs grotere, oudere houten vaten. © Simon Bianco
Foto rechts: Château Beau-Séjour Bécot gebruikt tegenwoordig ook amfora's. © Château Beau-Séjour Bécot
Wijnen uit Bordeaux die tegenwoordig worden gemaakt hebben een hogere kwaliteit dan ooit tevoren, zijn ultra-precies en laten in alle zuiverheid zien uit welk terroir ze komen. De wijnen kunnen decennialang ouderen en zijn bovendien ook in hun jeugd benaderbaar. Bordeaux is in de 21e eeuw stilistisch zeer volwassen geworden.