Future-proof Bordeaux: nieuwe druivensoorten

Het INAO, het officieel agrarisch instituut van Frankrijk, kondigt in 2021 aan dat zes nieuwe druivensoorten worden toegelaten in Bordeaux. Een zeer opvallende stap en geheel toekomstgericht: Bordeaux maakt zich klaar voor de realiteit van klimaatverandering.

Onderzoek naar andere druivensoorten

Veel wijnboeren veranderen de laatste jaren geleidelijk al hun aanplant binnen de mogelijkheden met de huidige, beschikbare druiven. Ondertussen loopt er de afgelopen jaren ook een intrigerende studie naar andere druivensoorten naast de reeds aangeplante soorten in Bordeaux.

In 2009 wordt het VitAdapt-project gelanceerd, een samenwerking tussen onder andere het Institut National de la Recherche Agronomique (INRA), het Science Institute of Vine and Wine (ISVV), Bordeaux Science Agro en de Universiteit van Bordeaux. Het project wordt geleid door Agnès Destrac-Irvine en Kees van Leeuwen. Voor het project zijn 52 druivensoorten van buiten Bordeaux aangeplant in een perceel in Pessac-Léognan. Doel is om te onderzoeken hoe andere druivensoorten reageren op het terroir van Bordeaux én het steeds warmer wordende klimaat. Al sinds 2015 worden de druiven gevinifieerd en uitvoerig getest.

Ondertussen geven in recentere jaren verschillende wijnboeren uit de AOC Bordeaux en Bordeaux Supérieur aan dat er iets gedaan moet worden met de regionale wetgeving van Bordeaux. De zorg is dat de wijnen te alcoholisch worden en hun typiciteit verliezen op de lange termijn. En dat daarmee ook de bekende stijl van Bordeaux zoals we die vandaag de dag kennen verdwijnt.

VitAdapt heeft de resultaten van de alternatieve druivensoorten gepresenteerd aan de wijnboeren, die vervolgens zelf hun keuzes maakten. De gekozen druivensoorten zijn daarna voorgelegd aan het INAO ter goedkeuring.

Het VitAdapt-project in Bordeaux - foto links: Agnès Destrac-Irvine. Kaart rechts: zie bronvermelding onder foto

Foto links: één van de 52 druivensoorten die zijn aangeplant voor het VitAdapt-onderzoek, waarin wordt onderzocht hoe druivensoorten reageren op het terroir van Bordeaux en het steeds warmer worden de klimaat. © Agnès Destrac-Irvine

Afbeelding rechts: grafiek van VitAdapt die laat zien in hoeveel dagen (gerekend vanaf 1 januari) druivensoorten de mid-véraison bereiken. Data over gemiddelde van de periode 2012-2018. Te zien is dat Merlot (halverwege de grafiek) al snel rijpt en Petit Verdot (bovenaan) pas veel later. © Cornelis van Leeuwen (1), Agnès Destrac-Irvine (1), Matthieu Dubernet (2), Eric Duchêne (3), Mark Gowdy (1), Elisa Marguerit (1), Philippe Pieri (1), Amber Parker (4), Laure de Rességuier (1) and Nathalie Ollat (1). 1: EGFV, Bordeaux Sciences Agro, INRA, Univ. Bordeaux, ISVV, 210 Chemin de Leysotte, Villenave d’Ornon F-33882, Frankrijk. 2 Laboratoires Dubernet, ZA du Castellas, 35 Rue de la Combe du Meunier, Montredon des Corbières F-11100, Frankrijk. 3: UMR 1131 Santé de la Vigne et Qualité du Vin, INRA, Université de Strasbourg, Colmar F-68000, Frankrijk. 4: Department of Wine, Food and Molecular Biosciences, Faculty of Agriculture and Life Sciences, PO Box 85084, Lincoln University, Lincoln 7647, Christchurch, Nieuw-Zeeland.

2021: zes nieuwe druivensoorten toegelaten

Het INAO geeft in april 2021 goedkeuring voor de aanplant van zes nieuwe druivensoorten in Bordeaux. De druiven mogen maximaal 5% van de wijngaard beslaan en 10% van de uiteindelijke blend vormen. Dat geldt alleen voor de AOC Bordeaux en AOC Bordeaux Supérieur. In appellaties als Pauillac en Margaux mogen de druivensoorten dus nog niet gebruikt worden. Omdat de al bestaande wetgeving voor de regio aangeeft dat druiven met minder dan 15% in de blend niet op het etiket genoemd mogen worden, kunnen de nieuwe druivensoorten niet genoemd worden op het etiket.

De nieuwe druivensoorten mogen pas drie jaar na aanplant gebruikt worden, dus dit betekent dat deze druiven pas vanaf de 2024-oogst in blends gebruikt kunnen worden. De nieuwe druivensoorten kunnen op experimentele basis gebruikt worden voor de komende 10 jaar, waarna besloten zal worden welke druivensoorten gebruikt mogen blijven worden.

De zes goedgekeurde druivensoorten zijn:

Blauwe druivensoorten:

  • Touriga Nacional: veruit de bekendste van de vier blauwe druiven. Touriga Nacional is de Portugese trots, gebruikt voor Port en droge wijnen uit o.a. de Douro en Dão. De druif geeft gestructureerde wijnen met een volle body, hoge tannine en veel zwart fruit. De druif is goed resistent tegen ziektes. Ook het ouderingspotentieel is hoog.
  • Marselan: een kruising uit 1961 tussen Cabernet Sauvignon en Grenache Noir. Staat aangeplant in Zuid-Frankrijk en doet het ook al succesvol in China. De druif heeft een gelijkend oogstpatroon met Bordeaux en een goede resistentie tegen grauwe schimmel en meeldauw. Geeft wijnen met veel kleur, een volle body en soepele tannine.
  • Castets: deze druif stond ooit aangeplant in Bordeaux en komt oorspronkelijk uit de streek of uit de Pyreneeën (de oorsprong wordt betwist). Er staat slechts 2,9 ha van in Frankrijk. De druif is goed resistent tegen meeldauw en geeft wijnen met een diepe kleur en een goede ouderingspotentieel, maar mogelijk ook hoger alcohol en relatief lage zuren.
  • Arinarnoa: een kruising tussen Tannat en Cabernet Sauvignon uit 1956. Door de late knopvorming is deze druif beter bestand tegen lentevorst. De druif heeft een goede resistentie tegen grauwe schimmel en geeft gestructureerde, tanninerijke wijnen met een hoge natuurlijke zuurgraad.

Witte druivensoorten:

  • Alvarinho: bekend van de wijnen uit het Portugese Vinho Verde en het Spaanse Galicia. Geeft beendroge wijnen met relatief hoge zuren en veel aroma. De druif is niet heel ontvankelijk voor grauwe schimmel.
  • Liliorila: een kruising tussen Baroque en Chardonnay uit 1956 die kleine druiven geeft met veel aroma en kracht. De wijnen hebben relatief lagere zuren.

De druivensoorten zijn onder andere uitgekozen op factoren als een natuurlijk hoge zuurgraad, structuur, aromatisch karakter en een goede resistentie tegen ziektes in de wijngaard. Het INAO heeft een aantal voorgestelde druiven niet toegelaten, om de eigen identiteit van andere Franse wijnregio’s te beschermen. Een voorbeeld hiervan is de witte druivensoort Petit Manseng, die te sterk verbonden is aan de wijnen uit de regio Zuidwest-Frankrijk.

Andere experimenten en onderzoek

Naast het officiële project van INAO experimenteren verschillende wijnboeren met andere druivensoorten. Het meest opvallende voorbeeld daarvan is te vinden bij Château La Tour Carnet in de Haut-Médoc. Eigenaar Bernard Magrez geeft aan: “We will still be drinking great wines here in 800 years time, but I just don’t know about Merlot.” (bron). Hij liet daarom in 2014 op één van de hellingen van La Tour Carnet 79 druivensoorten aanplanten. Vanaf 2017 worden de druiven geoogst en wordt in de kelder geëxperimenteerd met de resultaten. Er is nauw contact met VitAdapt. “De druivensoorten die we op dit moment verbouwen floreren in het huidige klimaat en sommige profiteren zelfs van klimaatverandering waardoor ze beter rijp worden (bijvoorbeeld Petit Verdot). Als sector zijn we bezorgd dat sommige van onze traditionele druivensoorten de mogelijkheid verliezen om de beste wijnen te produceren als het klimaat te warm wordt. In dat geval moeten we, omdat onderzoek een lang proces is, beginnen betrouwbare gegevens te verzamelen waarmee we elke toekomstige verandering in ons werk kunnen onderbouwen”, aldus de Bernard Magrez Group.

Nieuwe druivensoorten bij Château La Tour Carnet - foto: Château La Tour Carnet / Bernard Magrez Group

Foto: impressie van Château La Tour Carnet die in een perceel 79 druivensoorten heeft aangeplant om te onderzoeken hoe deze reageren op het klimaat en terroir van Bordeaux. © Château La Tour Carnet / Bernard Magrez Group

Worden nieuwe druivensoorten geaccepteerd?

De toelating van nieuwe druivensoorten in AOC Bordeaux en Bordeaux Supérieur is een zeer opvallende stap en zeker ook een dappere in een regio die wereldwijd al zo lang geassocieerd wordt met druiven als Merlot en Cabernet Sauvignon.

Enige terughoudendheid viel te verwachten. De meeste controverse bestaat over de voorgestelde Touriga Nacional. Zo twijfelen sommigen of Touriga Nacional, die het in Portugal goed doet vanwege de aanwezigheid van schistbodems, het ook goed zal doen in het terroir van Bordeaux zonder schistbodems. Touriga Nacional is (samen met diverse andere druivensoorten) al tien jaar te vinden in een experimentele wijngaard van Hubert de Boüard (van Château Angélus en La Fleur de Boüard). Hoewel de resultaten voor De Boüard niet waren zoals gehoopt, experimenteert de wijnhuiseigenaar ondertussen verder met andere druivensoorten. (bron)

De toekomst van de nieuw toegelaten druivensoorten is niet in steen gegoten. Het INAO heeft al aangegeven dat de resultaten na tien jaar bekeken zullen worden. Zo kan besloten worden welke druivensoorten toegestaan blijven en of er druivensoorten alsnog afvallen. Ondertussen gaat het onderzoek verder, ook met verdere nieuwe druivensoorten.

De regio van Bordeaux is zeer omvangrijk en beschikt over veel verschillende terroirs. De nieuwe druivensoorten kunnen afhankelijk van deze terroirs meer of minder succesvol reageren. De aanplant door verschillende wijnboeren zal de komende tien jaar veel nieuwe inzichten opleveren.

Het bewaken van de typiciteit van Bordeaux

Het introduceren van nieuwe druivensoorten roept direct de vraag op of de typiciteit van Bordeaux in het gedrang komt. Toch is het doel van de INAO om het bekende smaakprofiel van Bordeaux niet te veranderen, maar juist te behouden. Het doel achter het project is het bewaken van de typiciteit van Bordeaux én het veiligstellen van Bordeaux op de lange term. Want op de lange termijn heeft klimaatverandering een ingrijpende invloed op het karakter van de huidige druivensoorten. Zoals Kees van Leeuwen aangeeft over de nieuwe druivensoorten: “They will make less of a change to the typicity of Bordeaux wines than if we don't change the varieties”. Hij geeft daarbij een goed voorbeeld van hoe de huidige druivensoorten straks niet meer dezelfde wijnen geven: “Wine made from Merlot in Bordeaux in 2050 will have a very different taste, because it will ripen in August, it will have 16 percent alcohol and pH of 4.1.” (bron)

Door naar de langere termijn te kijken kan voorkomen worden dat Bordeaux over tientallen jaren onherkenbare wijnen maakt. Nieuwe druivensoorten zijn, samen met diverse andere vernieuwingen, een middel om de herkenbaarheid van Bordeaux te bewaken en de toekomst veilig te stellen.

(bronvermelding)