De bodemsoorten van Barolo
Door de invloed van een historische zee, erosie en plaatverschuivingen zijn er veel verschillende bodems in het landschap van Barolo te vinden. Lees hier meer over het geologisch ontstaan van Barolo.
Bodemkaart van Barolo
Bron: bewerking van: Alessandro Masnaghetti: Barolo – MGA Vol. I: The Barolo Great Vineyards Encyclopedia – Second Edition, 2018
De bodems van Barolo zijn, van oud naar jong, op te delen in de volgende soorten, waarbij we de belangrijkste bodems extra uitlichten:
1. Lequio-formatie
De Lequio-formatie is de meest kalkrijke bodemsoort in Barolo. Dit is de oudste bodem die je in Barolo kunt vinden en bestaat afwisselend uit zand en mergel. In de bodems zijn sporen te vinden van zee-organismen. Het zijn bodems die weinig vocht vasthouden. Op deze bodems worden krachtige, tanninerijke Barolo’s geproduceerd.
Foto 1: een typische Lequio-formatie-bodem waarbij witte mergel en zandsteen elkaar afwisselen in de wijngaarden van Bruna Grimaldi in de cru Badarina (Serralunga d'Alba).
Foto 2: close-up van het witte mergel en zandsteen in de cru Badarina (Serralunga d'Alba).
Foto 3: witte mergel/zandsteenbodem van de Lequio-formatie in de wijngaarden van Luigi Pira (Serralunga d'Alba).
2. Diano-zandsteen
Diano-zandsteenbodems zijn alleen te vinden op de hoogste toppen van de heuvelruggen. Ze zijn ontstaan door landverschuivingen onder invloed van het ‘beuken’ van de historische zee die hier lag. Het is een zanderige, poreuze bodem met veel fossiele elementen. Doordat Diano-zandsteen makkelijker erodeert geeft het rotsachtige, soms steilere hellingen. Barolo van Diano-zandsteen is robuuster, met meer body en stevige tannines.
3. Sant’Agata-mergel
Sant'Agata-mergel is de meest voorkomende bodem in Barolo. Deze bodems zijn over lange tijd geleidelijk aan gesedimenteerd. De heuvels zijn daardoor ook glooiend en de textuur van de bodem fijner. Deze bodems bevatten veel leem en klei en zijn daardoor compacter. De dikke bodems vallen op door hun grijze kleur en kleiachtige mergel. Er zijn drie soorten Sant’Agata-mergel, van jong naar oud:
- gelamineerd: iets meer klei, iets minder zand
- typisch: evenwicht tussen klei, leem en zand
- zanderig: meer zand, minder leem (door het hogere ijzergehalte zijn deze bodems beige tot licht oranjebruin.)
Sant’Agata-mergel geeft geurige Barolo’s met fluwelen tannines en een krachtige, diepe smaak.
Foto 1: kleiachtige Sant'Agata-mergel in de wijngaarden van Bruna Grimaldi in de cru Bricco Ambrogio (Roddi).
Foto 2: close-up kleiachtige Sant'Agata-mergel in de wijngaarden van Bruna Grimaldi in de cru Bricco Ambrogio (Roddi).
4. La Morra-conglomeraat
Het La Morra-conglomeraat is vergelijkbaar met Diano-zandsteen, maar veel jonger van aard en ontstaan door erosie onder invloed van rivierwater.
5. Vena del Gesso-formatie
Weinig voorkomende, kalkrijke bodem in de comunes Verduno en La Morra.
6. Cassano Spinola-formatie
De Cassano Spinola-formatie is een relatief jonge bodem die voorkomt in de comunes Verduno en La Morra. Deze bodems bevatten veel klei en zijn kalkrijk met veel gips. Er zijn twee soorten bodems in de Cassano Spinola-formatie:
- zanderig: gevormd door afzettingen van rivierwater.
- mergelachtig: weinig zand, meer leem.
Dit type bodem geeft zachtere tannines en verfijnd fruit.
7. Plioceen-mergel
Dit zijn de jongste bodems van Barolo. Deze mergelbodems lijken enigszins op de bodems in Roero, ten noorden van Barolo.
8. Alluviale bodems door afzetting van rivieren en gletsjers
Naast alle bovengenoemde bodems zijn er nog de bodems direct rond de rivieren. Voor kwalitatieve wijnbouw zijn deze bodems niet interessant genoeg. Nebbiolo van deze bodems is eenvoudig van aard.
Bodems van Barolo: in één handig overzicht
afkorting | naam | tijdperk | leeftijd (miljoen jaar) | pH | % zand | % leem | % klei | % actieve kalk | waterabsorberend vermogen | vruchtbaarheid |
FL | Lequio-formatie | Serravallien | 10-12 | 8,2 | 25 | 52 | 23 | 12 | medium | medium |
AD | Diano-zandsteen | Tortonisch | 10 | 8 | 52 | 32 | 16 | 8 | laag | medium |
MSAs | Sant'Agata-mergel (zanderig) | Tortonisch | 10 | 8 | 29 | 46 | 25 | 10 | medium | medium |
MSAt | Sant'Agata-mergel (typisch) | Tortonisch | 8-10 | 8,1 | 15 | 60 | 25 | 11 | hoog | medium |
MSAl | Sant'Agata-mergel (gelamineerd) | vroeg-Messinien - Tortonisch | 6,3-8 | 8,1 | 10 | 60 | 30 | 11 | hoog | hoog |
CLM | La Morra-conglomeraat | Messinien | 6,3 | 7,9 | 50 | 35 | 15 | 8 | laag | medium |
VG | Vena del Gesso-formatie | Messinien | 5,4-6,2 | 8 | 15 | 58 | 27 | 9 | hoog | medium |
FCSm | Cassano Spinola-formatie (mergelachtig) | Messinien | 5,3-5,4 | 8 | 18 | 53 | 29 | 10 | hoog | hoog |
FCSs | Cassano Spinola-formatie (zanderig) | Messinien | 5,3-5,4 | 7,6 | 42 | 38 | 20 | 5 | laag | laag |
MP | Plioceen-mergel | Zanclien | 5,2 | 8 | 30 | 45 | 25 | 10 | hoog | medium |
Bron: Alessandro Masnaghetti: Barolo – MGA Vol. I: The Barolo Great Vineyards Encyclopedia – Second Edition, 2018